Vragen?

Waar gaat dit onderzoek over?
Wat leren jonge mensen die in Nederland economie studeren? En wat leren we niet? Op welke manieren leren we naar de wereld te kijken, wat leren we aan theorie en hoeveel leren we over de echte economie? En worden we opgeleid met één set aan juiste antwoorden, of leren we kritisch naar de wereld te kijken?

Waarom hebben jullie dit onderzoek gedaan?
Omdat economen zo’n centrale rol spelen in onze samenleving, is het vitaal dat we die goed opleiden. Daarom is er sinds enige jaren veel debat over de economie-opleidingen.

Maar dat debat wordt meestal gevoerd op basis van anekdotes en persoonlijke ervaringen, in plaats van een solide basis van feiten. Daardoor praten mensen vaak langs elkaar heen. Door systematische en statistische data te creëren over de inhoud en didactische methoden van Nederland’s economiebachelors, hopen wij het debat naar een hoger plan te tillen. En door een breed spectrum aan studiematerialen aan te bieden, hopen we zowel studenten als academici meer gereedschappen te geven om hun denken over economie te verbreden.

Is dat niet ironisch, een kwantitatief onderzoek dat beargumenteert dat kwalitatief onderzoek ook van belang is?
Absoluut. En het is niet alleen ironisch, het beperkt ook de diepgang van dit onderzoek. Kwalitatieve aanvullingen en uitbreidingen zijn dan ook uiterst welkom.

Is dit onderzoek betrouwbaar?
100% wetenschappelijke betrouwbaarheid bestaat niet. Maar voor zover wij weten is dit wel de meest gedegen en gedetailleerde poging om de inhoud van opleidingen economie in kaart te brengen. Wij hebben tot nu toe nog geen werk op dit gebied met vergelijkbaar detailniveau gezien, zowel in Nederland als wereldwijd. Voor meer informatie over de methodologie, zie methodologie – data en methodologie – HOE HEET DIE ANDERE?.

Zijn studiegidsen wel een betrouwbare bron?
Vaak overlapt de inhoud van een vak niet 100% met wat er in de studiegids staat. Docenten hebben een persoonlijke stijl, en niet alles is in die 400 woorden studiegidstekst te vatten. Dit zou kunnen betekenen dat sommige vakken tekort worden gedaan, wanneer thema’s worden behandeld die niet in de vakbeschrijving staan. Hoewel dit zeker soms het geval zal zijn, gebeurt het in onze persoonlijke ervaring als economiestudenten vaker het tegendeel, een overdrijving van de vakinhoud.

Deze persoonlijke ervaringen stroken met de aard der verwachtingen, aangezien vakbeschrijvingen vaak dienen om het vak zo rooskleurig mogelijk voor te stellen jegens accreditatiecommissies, decanen, faculteitsbesturen, collega’s en (potentiële) studenten.

Om dit probleem te minimaliseren hebben we studenten van elke onderzochte bachelor gevraagd om te controleren hoe hun vakken waren gescoord op elke indicator. Dit hielp ook om het onderscheid tussen “beknopt behandeld”, “uitgebreid behandeld” en “gehele vak” scherp te krijgen, aangezien dit niet altijd helder werd in de vakbeschrijvingen.

Wie heeft dit onderzoek gedaan en betaald?
Het onderzoek is gedaan door vrijwilligers van Rethinking Economics, en de website is gebouwd met funding (arbeidstijd, hosting, promotie, etc) van de stichtingen Our New Economy, Cardano Education en Triodos Foundation.

Ik ben het niet eens met jullie statistieken/conclusie. Waar kan ik terecht?
Dit onderzoek is de eerste in zijn soort, wereldwijd, dus de methode is zeker voor verbetering vatbaar. Feedback is altijd welkom. Mail ons via de Contact-pagina. We zijn van plan dit onderzoek de komende jaren te herhalen, en zo steeds beter inzicht te bereiken in de voortgang van onze opleidingen.

Mocht je het met ons oneens zijn EN vinden dat de hele wereld dit moet weten: schrijf een stuk in de krant, op MeJudice, ESB of elders, om de fouten in ons werk aan te wijzen. We gaan graag in gesprek, ook publiekelijk, want we vinden dit simpelweg een heel belangrijk onderwerp, en denken niet dat wij daarbij de waarheid in pacht hebben.

Wat hopen jullie met dit project te bereiken?
Wij werken (vrijwillig) aan Rethinking Economics omdat we denken dat onze samenleving beter economisch denken nodig heeft. We staan voor enorme uitdagingen zoals klimaatverandering, waarin de economie een centrale rol speelt. Daarom is het zo belangrijk dat we breed naar die economie leren kijken.

Deze website brengt in kaart wat we in de huidige programma’s leren, doet suggesties hoe dat kan worden uitgebreid en faciliteert het publieke debat over hoe economen het beste kunnen worden opgeleid.

Zijn sommige ideeën of theorieën dan echt niet beter dan andere volgens jullie? En willen jullie dus allerlei onwetenschappelijke ideeën ook onderwijzen?
Nee. Zoals George Box opmerkte: “All models are wrong, but some are useful.” Het punt van een theorie is niet om de wereld precies na te bootsen, maar om bepaalde fundamentele aspecten ervan op een gesimplificeerde en begrijpelijke wijze zichtbaar te maken. Dat betekent dat theorieën veel zaken weglaten, om één of twee dingen heel helder zichtbaar te laten worden. Om zoiets complex als ons economisch systeem te begrijpen, heb je aan één theorie dan ook niet genoeg. Denk aan die 3D-brilletjes die je vroeger in de bioscoop kreeg. Het ene glas filterde blauw licht, het andere glas rood licht. Samen produceerden ze een 3D-beeld.


Wat betreft het debat rondom zgn. “heterodoxe” (niet-orthodox, niet-mainstream) theorieën: de grens tussen heterodox en orthodox is sterk omstreden, en wij willen ons in dat debat niet mengen. Vrijwel elke benadering, inclusief de neoklassieke, wordt regelmatig afgebrand als zijnde “onwetenschappelijk”. Wij vinden het een nuttiger benadering om te vragen: biedt deze theorie/benadering studenten inzicht in hoe bepaalde aspecten van de economie werken? Als dat het geval is, dan willen we het horen. Of het nu (familie van) Smith, Marx, Veblen, Hayek, Polanyi of Friedman is. [LINKS INVOEGEN]

Wat bedoelen jullie met neoklassieke economie?
Wij beschrijven neoklassieke economie als: een rationeel, egoïstisch en solistisch mensbeeld, waarbij beslissingen puur worden gedreven door de verwachte nutsmaximalisering van het individu, gebaseerd op zijn vooraf gegeven en vaststaande voorkeuren. Wiskundig afgeleid van deze aannames over individuen ontstaat een analyse van markten. Deze markten functioneren voornamelijk via prijsmechanismen; de neoklassieke economie analyseert zowel hun efficiëntie als hun potentiële falen.

Zie Taxonomie van de economische theorie voor gedetailleerder beschrijvingen en sleutelfiguren van elke theoretische benadering en tevens een gedetailleerde lijst van neoklassieke sub-stromingen.

Is neoliberalisme hetzelfde als neoklassieke economie?
Nee. Neoklassieke economie is een theoretisch raamwerk, een manier om de economie te analyseren. Neoliberalisme is een politieke doctrine, een logica om de economie (en samenleving) in te richten. Maar ze hebben wel met elkaar te maken, en gaan goed samen. De ‘Chicago school’ van economische theorie is een belangrijke exponent van zowel neoliberalisme als neoklassieke economie. Er zijn echter ook neoklassieke economen die zich keren tegen het neoliberalisme, zoals neo-Keynesiaanse economen. En er zijn ook neoliberalen die de wereld niet met de neoklassieke bril analyseren, zoals Oostenrijkse economen.

Hoe willen jullie economieopleidingen dan inrichten? Je kan niet alles doen, keuzes zijn onvermijdelijk.
Absoluut. Wij zouden ervoor kiezen om het economisch systeem en zijn voornaamste problemen te proberen te begrijpen. Wat hebben studenten hiervoor nodig? Een goede gereedschapskist aan onderzoeksmethoden, een diverse theoretische aanpak, kennis van de echte economie en het vermogen kritisch te denken. Zie Aanbevelingen voor meer informatie over hoe wij denken tot een beter economisch onderwijs te komen.

Naast deze algemene richtlijnen lijkt het ons goed als elke faculteit hierin haar eigen keuzes maakt. Diversiteit maakt het veld alleen maar sterker. We hebben ter inspiratie ook een aantal uiteenlopende voorbeelden van pluriforme opleidingen verzameld, en bieden een breed spectrum aan studiematerialen aan, zodat er voor elke keuze materiaal voorhanden is.

Wat zijn toch al die theoretische benaderingen waar jullie het over hebben? En wat zouden we er dan aan kunnen hebben?
Theoretische benaderingen zijn net als brillen. Elke bril heeft zijn eigen kracht, zijn eigen focus. Elke theoretische benadering legt de nadruk op één aspect van de economie. Neoklassieke economie bijvoorbeeld legt de nadruk op markten. Dat is vaak heel nuttig, maar niet altijd. Wil je bijvoorbeeld begrijpen hoe die markten zijn ingebed in de samenleving, dan biedt de Oude Institutionele Economie veel meer inzichten. Een breed begrip van de economie met haar verschillende aspecten is dan ook alleen mogelijk als verschillende benaderingen worden gecombineerd. Voor materialen, zie de pagina over Pluriforme?????? economie, en werken als The Worldly Philosophers en Economie: de gebruiksaanwijzing. Op de pagina’s over individuele theoretische benaderingen staat bovenaan waarvoor die specifieke benadering geschikt is.

Waarom blijft de neoklassieke theorie dan toch zo dominant in de mainstream?
Het beste antwoord komt misschien wel van Nobelprijswinnaar Robert Solow, vader van de neoklassieke groeitheorie: “De theorie is elegant, overdraagbaar, niet al te moeilijk, maar net technisch genoeg om aan te voelen als ‘wetenschap’. In de praktijk geeft zij bovendien altijd advies van het laissez-faire type, hetgeen toevallig precies past in de algemene ombuiging naar politiek rechts die begon in de jaren ’70 en die misschien maar misschien ook niet tot een eind zal komen” (Solow, R. (2008). The state of macroeconomics. Journal of Economic Perspectives 22.1, 243-249).

Hoe oud is Rethinking Economics?
Zo oud als de economische wetenschap. Vanaf het begin is er discussie geweest over de vraag waar ‘economie’ over gaat. Veblen, gaf bijvoorbeeld meer dan een eeuw geleden een felle en nog steeds actuele kritiek op de discipline. Maar naarmate de neoklassieke economie steeds dominanter werd, groeide de kritiek erop ook. Voor een uitgebreide geschiedenis van deze debatten, zie A History of Heterodox Economics, van Frederic Lee. Vanaf de jaren ‘90 en in het bijzonder na de financiële crisis van 2008 is de beweging enorm gegroeid. Toen is ook de naam Rethinking Economics ontstaan. Voor meer informatie over de geschiedenis van de internationale beweging, zie Internationaal debat.

Is Rethinking Economics een politieke beweging?
Nee. Rethinking Economics mengt zich niet in politieke programma’s en standpunten. Sterker nog, we steunen ook niet de ene of andere visie op hoe de economie zou moeten worden ingericht. Desondanks erkennen wij dat de economische wetenschap niet puur wetenschappelijk kan zijn, gestript van enige normatieve overwegingen. Dat zou mooi zijn maar het is simpelweg niet mogelijk; de axioma’s en ontologie van een theorie hebben al normatieve implicaties over wat belangrijk is en wat kan worden weggelaten.

Dit maakt pluralisme des te belangrijker. Want wanneer slechts één theoretische benadering serieus wordt genomen, wordt ook het idee van one-size-fits-all normaal. Alleen een student die verschillende benaderingen leert, zal de normatieve implicaties van elke benadering kunnen inschatten, en kunnen beoordelen welke het meest geschikt is voor een specifiek vraagstuk.

Hoeveel Rethinking-groepen zijn er?
Er zijn wereldwijd meer dan 70 lokale Rethinking-organisaties. Zie deze kaart voor een overzicht van alle Rethinking Economics-groepen en zie ISIPE voor alle andere groepen die zich hard maken voor pluralisme in het economisch denken.

Wat doen Rethinkers zoal?
We organiseren evenementen, doen onderzoek, voeren campagnes, debatteren, schrijven artikelen en nog veel meer. Zie de website van Rethinking Economics NL om een gedetailleerder beeld te krijgen van wat Rethinkers zoal doen.

Hoe kan ik een Rethinker worden?
Neem contact op met een groep in de buurt of ga naar de internationale website om in contact te komen met Rethinkers.